“Niemand begrijpt mij! Verstaat ge dat!?”

Het gevoel niet begrepen te worden, niemand ontsnapt eraan. In de achttiende eeuw koos Immanuel Kant voor de term Ungesellige Geselligkeit om de spanning tussen het individu en de maatschappij te omschrijven. Dat die spanning er niet minder op is geworden, werd pijnlijk duidelijk tijdens de pandemie-crisis, toen we met zijn allen noodgedwongen heel wat individuele vrijheden moesten opgeven voor het maatschappelijke goed. Dat leverde heel wat onrust en angsten op. Sommigen gingen in de contramine, in groep (Terkamerenbos) of individueel (Jürgen Conings). Anderen pakten het verzet bescheidener aan op een barbecue met te veel volk.

Tegen de achtergrond van de zee wordt veel menselijk onbehagen relatief. Met zicht op zee voelen wij ons klein, al het menselijk gewriemel verliest ferm aan belang in het aanschijn van het eeuwig komen en gaan van vloed en eb. De ene keer is dat een rustgevende gedachte, de andere keer verschaft het een deprimerend inzicht. In een wereld waarin alleen de luidste roepers gehoor vinden, legt de onstuitbare wind die de zee over het land jaagt iedereen het zwijgen op. Dat riep bij fotograaf Bart Ramakers het beeld op van de sandwichman, die zijn boodschap in harde letters op een paneel vertolkt. Soms tegen de wind in. Geen boodschap waarvoor hij wordt betaald, maar de luide roep van zijn eigen ziel schreeuwen de panelen uit. Maar vindt hij gehoor? Vindt zijn leus lezers? Weinig passanten hebben oog voor hem, zijn frustraties en zijn woorden, die honderd meter verder al vergeten zijn.

Gesandwiched tussen natuur en maatschappij, gesandwiched tussen tegenstrijdige gevoelens, gesandwiched tussen verwachtingen en eigen wensen, gesandwiched tussen de woorden op je rug en buik. Helpt het om te roepen en te tieren?

Tekst: Geert Stadeus

Het project “Sandwiched” bestaat uit twee luiken. In het eerste luik volgen we de sandwichman op zijn hoogst individuele zoektocht naar een publiek doorheen Oostende. Door het heengaan van Geert bleef een stapel ideeën liggen. Deze doken terug op in een reeks postkaarten, waarmee de sandwichman een duik in de tijd neemt, en terugkeert naar het Oostende van honderd jaar geleden.

In het tweede luik laten we een brede waaier van Oostendenaren aan het woord op hun favoriete locatie in de stad. Dit project werd tentoongesteld in de Nieuwe Gaanderijen in Oostende, 10 augustus – 26 september en in het CAS (Musinstraat) 10 augustus – 26 september 2022 .

In samenwerking met de Stad Oostende, dienst Vrije Tijd.

Als filosofisch orgelpunt dient ‘Quo Vadis’, een groot fresco dat dit project (voorlopig) afsluit.

‘Boys don’t cry’, opgedragen aan Geert Stadeus, 1964-2021.