Naar aanleiding van het Ensorjaar 2024 werd Bart Ramakers gevraagd om een tafereel te creëren voor de Ensorwandeling Elle Adore le Noir, die langs 40 Oostendse winkelvitrines leidt. Hij ging de uitdaging aan met één grote ambitie: het ontsluieren van de raadsels die hardnekkig rond de grote Oostendse kunstenaar blijven hangen, mede doordat de door hemzelf gecreëerde mythes rond zijn leven nog altijd stand houden.
Les secrets du Hareng Saur prijkt in de vitrine van hotel Andromeda, Kursaal-Westhelling te Oostende, en wordt van 24 april tot 12 mei tentoongesteld in Galerie P., Kursaal-Oosthelling te Oostende (vrijdag-zondag van 14 tot 18u, tijdens de schoolvakanties ook op donderdag).
Het werk is beschikbaar in drie verschillende formaten in een totale oplage van 10 exemplaren, met prijzen die starten bij 1950 euro. Op 19 april verschijnt eveneens een poster in C-print van 58 x 78 cm, die u hier kan reserveren. Voor meer informatie contacteer info@galeriep.be.
In zijn zelfgeschapen mythologie doet Ensor het uitschijnen dat zijn groteske figuren, karikaturale situaties, maskers en skeletten zomaar uit het niets tot hem zijn gekomen, dat hij met andere woorden als een autonome soevereine schepper alles zelf heeft bedacht zonder invloeden van buitenaf (op de grote meesters uit het verleden na uiteraard, zoals Goya of Rembrandt of Bosch). Verder heeft hij zijn familierelaties en de vrouwen in zijn leven altijd zorgvuldig in de schaduw gehouden. Hoog tijd om het mistgordijn te doen optrekken!
Les Secrets du Hareng Saur is een zoekplaat met referenties aan 10 kunstwerken van James Ensor die tegelijk een demystifiërend licht werpt op de relaties en inspiratiebronnen van de vaak onbegrepen Oostendse kunstenaar.
OPGELET Spoiler Alert!
BOEM! De kruitdamp van Generaal Leman’s kanonschot (Ensor en generaal Leman redetwisten over de schilderkunst) begint nog maar net op te trekken als de Troostende Maagd naar de knielende James Ensor toe schrijdt. Wie is deze vrouw, die zo centraal in dit tafereel en in zijn leven aanwezig is?
In Ensor en generaal Leman redetwisten over de schilderkunst speelt Mariëtte Rousseau als centraal verzoenend personage zichzelf, in de Troostende Maagd neemt ze de gedaante aan van de Maagd Maria. Later zou James bekennen dat zij de belangrijkste ontmoeting in zijn leven was, toen hij als kunststudent zijn weg zocht in Brussel. Meer dan 30 jaar hebben ze gecorrespondeerd, meer dan 400 brieven volgeschreven.
James Ensor is in zijn eigen werk de Troostende Maagd op zijn knieën gevallen voor zijn grote liefde, zijn penselen liggen rond hem op de grond verspreid. Rechtsboven op een kapiteel kijkt het groteske hoofd van Mariëttes man Ernest Rousseau, professor en rector aan de ULB, tandenknarsend toe. Is de relatie puur platonisch gebleven? We hebben geen idee, Ensor heeft er nooit iets over geschreven, enkel een tekening met een hart en een sleutel die hij naar Mariëtte stuurde is overgeleverd als getuigenis van zijn passie.
In Les Secrets du Hareng Saur blijft het in het midden of Mariette Ensor zegent dan wel terechtwijst. In haar linkerhand houdt ze de tekening waarin hij zijn liefde voor haar bekent. Uiteraard ligt voor hem (net als in het schilderij) een hareng saur, wat wij nu een opgelegde haring zouden noemen, een verwijzing naar Ensor’s naam waar hij zelf graag mee speelde.
Terwijl Mariëtte/Maria Ensor troost, wordt hij aan de mouw getrokken door een naakte deerne. Het lijkt wel een verzoeking van de Heilige Antonius, een favoriet thema van James: de kluizenaar die door wulpse deernen en demonen wordt geplaagd.
Maar de demon die Ensor kwelt, is er een van eigen keuze. Ze worden zelden voor het voetlicht gebracht maar ze zijn er wel degelijk in zijn leven en werk: vleselijke lusten. Zo is er bijvoorbeeld Augusta Bogaerts, het winkelmeisje dat hij in de schelpenzaak van zijn moeder leerde kennen, maar waarmee hij niet mocht huwen. Hij bleef heel zijn leven een verdoken relatie met haar onderhouden, al verschenen ze pas na de dood van zijn moeder vaker samen in het openbaar. Hier wordt zij afgebeeld in de stijl van de rozige ongecompliceerde wezens die zijn schets Badende jonge meisjes bevolken. Ook hier is de ware aard van de relatie tussen Bogaerts en Ensor niet zo eenduidig; zij heeft zich alleszins laten ontvallen dat “Jimmy” geen geweldige minnaar was. Allicht had hij door zijn aanvaringen met zijn dominante moeder ervaren dat vrouwen het vrije kunstenaarsleven bedreigen, en kweekte hij daardoor een zekere misogynie.
De vader van Ensor (hier gespeeld door kunstfilosoof Willem Elias) was een belezen en intelligente man die helaas zijn ambities niet kon waarmaken en onder de slof van zijn vrouw en aan de drank eindigde. We zien hem hier met volle teugen van een goede fles witte wijn genieten, terwijl zijn vrouw hem met een stok afdreigt, net zoals in James’ schilderij De Geërgerde Maskers, het eerste waarin hij maskers ten tonele voert (1883). Als je de brieven van Ensor doorneemt, ontdek je dat vele schilderijen verhulde familietaferelen zijn, waarbij de maskers de ware toedracht moeten … maskeren.
In Bart Ramakers’ tafereel wordt Ensor, bezocht en verzocht door de platonische en de profane liefde, bekvechtend met een collega/criticus en onbegrepen door zijn ouders, omringd door de personages uit zijn De hoofdzonden gedomineerd door de dood: de ijdelheid, de dood, de hebzucht, de gulzigheid, de afgunst, de wellust, de toorn, de luiheid, en boven hen allemaal uittorenend: de dood.
Het hele tafereel speelt zich uiteraard af in het atelier van Ensor, zijn toevluchtsoord, zoals afgebeeld in Het schilderend geraamte. Daar kon hij zich ongestoord wijden aan zijn stillevens en maskerades, al zijn er in deze scène alvast geen maskers meer overgebleven.
Helemaal links, onder de bekvechtende Generaal Leman (hier gespeeld door de Brusselse kunstenaar Clément Jacques-Vossen), onder een russische muts, grijnst een welgemutste schedel, net zoals in Skeletten bekvechten om een bokking.
Bovenaan het tafereel schemeren fantomen uit Démons me turlupinant door de rookwolken, een laatste referentie naar het gekwelde karakter van de kunstenaar.
Een laatste woordje over James Ensor als volstrekt unieke creator van zijn eigen universum. Professor Bart Verschaffel heeft de jongste jaren overtuigend aangetoond waar Ensor zijn mosterd haalde: uit boeken zoals Champfleury’s Histoire de la Caricature en de door Gustave Doré geïllustreerde Bijbel. Als een kleine knipoog naar die recente inzichten liggen rechtsonder in het werk van Bart Ramakers vijf ingebonden delen van Champfleury.
Elle adore le noir is een wandeling door Oostende op initiatief van Luc Mangodt (voorzitter CMO), gecureerd door Willem Elias, van 26 maart tot 21 september 2024.
© Making of foto’s Johan Hespeel
Modellen: Clément, Elsa, Renaat, Lady Vengeance, Kathleen, Johan, Willem, Eric, Johan, Luc, Piet, Alexandra, Marc, Carmen
Productie manager: Sofie Baert
Licht assistent: Marc Smeets
Set fotograaf: Johan Hespeel
Locatie: de Traagheid, Tielt, met dank aan Gilberte, Kathleen en Filip
© Bart Ramakers 2024